Dark Horse

 

Tablo reader up chevron

1

Ik draaide me gefrustreerd om naar mijn wekker die in rode verlichtte cijfers weer gaf dat het half vier in de ochtend was. Ik had nog geen oog dicht gedaan en bleef maar rond woelen in mijn slaap. Geërgerd draaide ik me wederom om en trok de dekens over me heen. Het enige wat ik wilde was slapen, maar dat was nog verdomd lastig.

Nog nooit was ik zenuwachtig geweest voor school. Al die jaren niet. Zelfs niet toen ik voor het eerst naar de middelbare school ging, maar nu wel. Deze keer zou ik worden aangekeken, nagestaard, er zou over me gesmoesd en geroddeld worden, dat wist ik zeker. Want ja, ik was het meisje dat in één klap beide ouders verloor. Door een brand, plotseling ontstaan in de auto, niemand wist hoe en waarom. Ik was bang voor al die vragen over hoe het kwam, want simpelweg wist ik ook niets. Niemand had mij kunnen vertellen wat er gebeurd was, er was werkelijk geen informatie erover. Het heeft me, mede hierdoor, dus ook een behoorlijke tijd gekost om weer normaal te kunnen functioneren. 

Eerst werd ik opgevangen in een weeshuis, een plaats waar ik alleen in nachtmerries kwam. De mensen waren aardig, ja dat wel, maar voor de rest... Het voelde gewoon niet als thuis. Ik miste de warmte en liefde die mijn ouder ons gaven. 

Ons, mijn kleine broertje en ik. Nou ja, klein kon ik hem ook niet meer noemen. Nathaniël was net zo oud als ik was, mijn tweeling broer. Slechts tien minuten jonger dan ik was, begon te puberen en weigerde klein genoemd te worden. Daarbij is hij een kop groter dan dat ik ben, dus vooruit, nu is het mijn grote broertje. Nate logeerde tijdelijk bij een vriend van hem totdat er een voogd voor ons gekozen was. Uiteindelijk werd een vriendin van mijn moeder aangewezen als een goede voogd. Echt erg vond ik het niet. Ze was aardig, zorgzaam en ik kon wel redelijk met haar overweg. Ik had alleen wel medelijden met haar als het ging over Nate, een echte duivel af en toe. Het scheelde dat Felicia zelf al vier kinderen had, al maakte wij erbij wel een volle boel.

Ik rolde mijn bed uit en zette mijn voeten of de koude houten vloer. Zachtjes sloop ik de gang op richting de badkamer. Ik schrok me rot toen ik ineens iets achter me hoorde. "Kun je niet slapen?" vroeg de zachte, maar heldere stem van Felicia. Ik vroeg me af of ze wel eens zong, want als ik haar hoorde praten klonk het al heel zuiver. 

Ik draaide me om en keek Felicia aan. Haar vriendelijke gezicht werd verlicht door het schrale licht uit het dakraam en het accentueerde de kleine rimpels naast haar ogen. 
Ik schudde lichtjes mijn hoofd. "Nee," zei ik fluisterend, ik wilde de rest hier niet wakker maken. "Ik voel me zo nerveus," bekende ik. 

Ze wenkte me en liep zachtjes de trap af. Engelachtig, licht als een veertje zodat de trap zo weinig mogelijk kraakte. Ik volgde haar naar beneden en waar Felicia een klein lichtje aanzette en vervolgens de waterkoker vulde met water. Een kop thee, ja dat zou me misschien inderdaad wel goed doen. Ik schoof een stoel naar achteren en nam plaats. "Ik kan me voorstellen dat je je zo voelt," zei Felicia terwijl ze het kokende water in twee theeglazen schonk. "Ik heb ook zoiets gehad toen ik mijn moeder verloor." Ze keek me begrijpend aan over haar schouder. Ik kon me vaag herinneren dat ze erover verteld had toen we hier net in huis kwamen.

Ze zette de dampende glazen op tafel en ging tegenover me zitten. Ik knikte. "Ik ben zo bang voor de reacties, voor de vragen. Ik weet ook niet waardoor de brand ontstond." Ik legde mijn hoofd op mijn hand en sloot mijn ogen. Zo moe was ik, maar alles weigerde om in slaap te komen. 

"Het komt wel goed, het zal best-" Felicia keek op toen we een deur open hoorde gaan en ik keek over mijn schouder. 

"Mam, mag ik ook thee?" vroeg het vier jaar oude meisje met twee warrige vlechtjes aan beide zijden van haar gezicht. Haar bruine oogjes sprankelde vrolijk, ze had haar teddybeer stevig in haar hand en haar  duim in haar mond. 

"Nou," begon Felicia aarzelend, "vooruit, kom maar hier." Vrolijk kwam Lucy naar haar moeder lopen en kroop op de stoel naast mij. 

"En waarom ben jij hier zo vroeg?" vroeg ik met een glimlach. Lucy was altijd vrolijk, zo lang als ik me herinneren kan. Zelfs als baby lachte ze al naar me. Ik wreef zacht over haar hoofd zodat haar haar niet nog warriger werd.

"Toen ik wakker werd lag jij niet meer in je bed dus ging ik kijken waar je was en hoorde ik mam thee zetten," vertelde ze terwijl ze haar beer op de stoel naast haar zette.

Ik schudde lachend mijn hoofd. Vanaf het moment dat ze hoorde dat ik en Nate hier in zouden trekken stond ze erop dat ik bij haar moest gaan slapen. En een vier jarige kan goed doordrammen om haar zin te krijgen. Felicia had in eerste instantie de zolder voor mij en Nate in gedachte, maar die lieve blik van Lucy kon ik natuurlijk niet weerstaan, dus sliep ik bij haar. Misschien maar beter ook gezien ik en Nate de laatste tijd niet zo op één lijn zaten. Beide verwerkte we de dood van onze ouders anders. Wel had ik een eigen ruimte gekregen om te kunnen studeren. Examen jaar, dit jaar. Ik zag er nu al tegen op. 

Ik voelde hoe mijn hoofd begon te knikken, dus ik dronk mijn thee op en stond op. "Ik ga maar eens een poging tot slapen doen," zei ik tegen Felicia.

"Natuurlijk, slaap lekker Thalis," zei ze knikkend. Ze wende zich tot Lucy. "Straks zachtjes doen als je je bed weer in gaat," zei ze knipogend.

Ik gaf Lucy nog een aai over haar kastanje bruine haar en liep naar boven. Ik moest zeggen dat ik het getroffen had met dit gezin. Ik had immers veel erger terecht kunnen komen, of zonder mijn broertje. Hoewel we wel eens ruzie hadden, kon ik niet zonder hem. Hij was mijn alles, de enige familie die ik nog had.

De dekens waren koeler dan net, prettiger. Ik kroop eronder en settelde me in de kussens.

--

De volgende morgen werd ik wakker van het schelle geluid van mijn wekker. Slaperig sloeg ik met mijn hand op het apparaat en draaide me met een kreun om. Hoewel ik als een blok in slaap was gevallen - ik had niet eens door dat Lucy weer in bed was gaan liggen én niet dat ze er weer uit was gegaan toen ze wakker geworden was - was ik moe. Langzaam kwam ik overeind en gooide mijn benen over de rand van mijn bed. Al gapend en vegend in mijn ogen stond ik op en liep naar de douche voor een frisse start. Ik zette hem aan en sprong er gelijk onder waardoor ik eerst de koude stralen over me heen kreeg voordat het warm werd. 

Beneden rook het al lekker, ik nam aan dat Felicia in een goede bui was. "Thalis!" riep Lucy opgewekt. "Mam heeft pannenkoeken gemaakt en ze zijn heerlijk!" Enthousiast wees ze naar haar lege bord. Ze zag er heerlijk uit met al die vegen siroop over haar wangen en kin - werkelijk om op te eten. Ik grinnikte om mijn woordgrap in mijn hoofd hoewel die zo grappig nog niet was. 

"Het ruikt heerlijk," zei ik tegen Felicia die een bord voor me neer zette. "Heb je een beetje zin in school?" vroeg ik Lucy die ondertussen meer pannenkoeken naar binnen werkte. Het meisje knikte. Ze ging vandaag voor het eerst naar school, voor het eerst zou ze kennismaken met een grotere gemeenschap dan dat ze gewend was. Om moeten gaan met kinderen die vele malen ouder waren dan zij, pestkoppen en het vele leren. Ik herinnerde mijn eerste school dag toen ik vier was, het buitenbeentje van de klas. Geen vriendjes en een pestkop die er alles aan deed om mijn lagere school zo verschrikkelijk mogelijk te maken. Gelukkig verhuisde we op mijn zesde en gingen ik en Nate naar een andere school.

Over Nate gesproken. Luid stampend kwam hij van de trap af, met zijn muziek luid in zijn oren, chagrijnig als de pest. Zonder iemand een blik waardig te geven liep hij naar de koelkast en zette een pak melk aan zijn mond.

"Nathaniel," begon Felicia rustig. "Zou je misschien een glas willen pakken, er zijn meer mensen in huis die melk drinken." Nate draaide met zijn ogen, zette het pak terug en sloeg de deur dicht. Er ontsnapte een kleine zucht uit de mond van Felicia, maar heel zachtjes. Ik kreeg medelijden met haar, zomaar een onhandelbare tiener in huis. Het was snel gegaan met Nate. Na de dood van onze ouders was hij veranderd. Hij trok zich terug in zijn kamer en negeerde iedereen. Als hij al beneden was, was het niet echt gezelliger. "Ik heb pannenkoeken gebakken," zei Felicia met een glimlach en zette een bord voor Nate neer. 

Nate schoof nijdig aan tafel en nam een hap. "Gatverdamme," riep hij terwijl hij zijn bord weg duwde en stond zo snel op dat de stoel met een klap op de grond viel. Lucy stopte midden in haar hap en keek met grote ogen naar het gebeuren. "Mam maakte ze veel beter," riep hij naar Felicia en liep kwaad weg.

Felicia bleef verstijft achter, met de pan nog in haar handen. Ze slikte, ontdooide en draaide om om de pan op het aanrecht te zetten. "Lucy, ga jij je broers en zus eens halen," zei Felicia met een glimlach tegen haar jongste dochter die stilletjes verder haar pannenkoek oppeuzelde. 

Ik nam ook nog een hap en stond toen op om mijn bord op te ruimen. "Het spijt me van Nate," zei ik met plaatsvervangend schuldgevoel tegen de vrouw die de zorg op ons genomen had, vrijwillig, uit liefde en in de hoop ons een fijn thuis te geven.

Ze schudde haar hoofd. "Het is maar een fase, jij kan er niets aan doen Thalis, Jona is ook zo geweest. Soort van. Niet zo extreem, maar hij heeft ook niet zoiets heftigs meegemaakt als jullie. Adam had het minder, zelfs nadat hun vader ons plots achtergelaten had. Adam is altijd al een rustige jongen geweest," - ze snoof lachend-, "zelfs als baby had ik geen last van die jongen, zo heerlijk kalm en stil." Ze keek dromerig voor zich uit, alsof ze die tijd weer voor zich hield. "Lucy was echt een kleine zegen." Haar ogen schitterde, maar al gauw kwam de somberheid. "Al vind ik het voor haar verschrikkelijk dat ze zonder vader opgroeien moet."

Dit keer was het mijn beurt om mijn hoofd te schudden. "Je bent een geweldige moeder, Felicia, Lucy mag trots zijn om zo'n moeder te hebben. Daar heb je geen vader meer voor nodig." Ik keek haar met een glimlach aan. "Ik zal wel eens met Nate gaan praten. Proberen, want ik weet dat het geen prater is." Felicia knikte begrijpend en keek me dankbaar aan. "Zal ik Sam en Jona meenemen?" vroeg ik. 

"Mogen we met jou meerijden?" vroeg Samantha vanuit de gang. Haar glimlach op haar gezicht deed Felicia ook vrolijker kijken. Sam en Lucy leken heel veel op elkaar. De vrolijke zonnetjes in huis. Adam was ook een rustige jongen, maar wat introverter. Jona daarin tegen was wat rebelser, al bleef het een lieve jongen. Allemaal hadden ze wel iets van het zachtaardige karakter van hun moeder, de meisjes toch wel het meeste. Sam pakte een pannenkoek van het aanrecht en strooide er een berg suiker op.

"Ja is dat goed?" vroeg ik aan Sam en keek Jonathan vervolgens ook aan. Hij haalde zijn schouders op en glimlachte klein waarna hij net als zijn zusjes ging eten. "Mooi," zei ik glimlachend. "Ik ga me even omkleden en daarna gaan we," zei ik tegen hun en drukte een kus op de wang van Lucy. "Veel plezier vandaag kleintje." Een boze, maar grijzende blik verscheen op Lucy's gezicht.

--

"Ik zie jullie vanmiddag wel weer!" riep ik Sam en Jona na terwijl ik zelf ook richting het hoofdgebouw liep. Zij waren nog onderbouw en zaten daardoor aan de andere kant van het gebouw. Ik haalde even diep adem en liep vervolgens naar de grote trap richting de hoge deuren van de school. De school was erg centraal gelegen, de grootste in deze omgeving. Het was oud, dat was ook te zien, en was enorm. Toen ik voor het eerst hier naar school moest, vond ik het doodeng, maar al snel leerde je de weg wel kennen. Nu zat ik in mijn examenjaar en ik wist dat ik het hier ging missen. Ik hield van de school, op een of andere manier. Er waren herinneringen die nooit vervaagd werden. 

"Thalis!" hoorde ik achter me. Macy sprong voor me en sloeg haar armen om me heen. "Ik heb gehoord van je ouders, wat verschrikkelijk," zei ze medelevend. "Als je iemand nodig hebt, ik ben er voor je, dat weet je toch." Haar blik was ernstig en ze aaide een pluk haar uit mijn gezicht. Ik was soms echt jaloers op Macy, met haar prachtig licht krullend lichtblonde haar en die chocolade kleurige ogen. Ik was haar tegenpool. Donkerbruine stijlen lokken en felle turquoise ogen. Toch vond ik het van haar mooier, al beweerde zij het omgekeerde. Volgens mij had iedereen wel iets te klagen over zijn of haar uiterlijk.  

Ik knikte. "Weet ik Mace, dank je." Ze keek tevreden en draaide zich om waardoor ze naast me kon lopen. 

"Weet je, er is hier nu zo'n nieuwe jongen hier op school en hij schijt echt super hot te wezen." Ze keek me met wiebelende wenkbrauwen aan. "Dus hoe zie ik er uit," zei ze en poseerde voor me. 

Ik schoot in de lach. "Geweldig Macy, maar dat doe je altijd." Ik gaf haar een knipoog. Dit was fijn, afleiding, lol, gezellig met vrienden doen was precies wat ik nodig had. Om deze sfeer erin te houden hield ik het onderwerp maar aan. "Dus, meer details alsjeblieft?" drong ik aan. Jongens vond ik altijd wel interessant. Ik had wel eens een vriendje gehad, maar uiteindelijk liep het toch niet zoals we wilde, dus besloten we vrienden te blijven. Hoewel het in het begin nog wel wat raar was, ging het nu juist heel goed. Hij en zijn vrienden, ik en mijn vriendinnen; zo werden we een gezamenlijke groep met meiden en jongens. 

"Nou… Ik heb gehoord dat het een acteur is, dat hij zingen en dansen kan, en er dus goed uit zien. Het totale pakket dus eigenlijk," zei ze met een grijns. "Verder, geen idee. Zelfs zijn naam weet ik niet. Wel jammer, anders had ik hem gelijk opgezocht op internet," vervolgde ze lachend. "Weet je nog die ene jongen die ik toen opgezocht had, alles van hem wist dat onze eerste date zo ongemakkelijk was doordat ik in alles wat ik zei moest oppassen met dingen over hem die hij nog niet verteld had?"

Ik lachte met haar mee. "Hoe kan ik dat vergeten," zei ik gniffelend. Lachend liepen we door en ik lette niet meer op, waardoor ik vol op een jongen in liep. Mijn tas viel op de grond en mijn boeken lagen half uit mijn tas. "Sorry," zei ik snel en bukte om mijn boeken te pakken.

De jongen daarin tegen bleef staan, anders dan ik verwacht had. Misschien las ik teveel romantische boeken waarbij de jongen bukte om te helpen met opruimen. Nee daarentegen keek hij ongemakkelijk om zich heen en bukte pas toen ik mijn boeken bij elkaar had en op dat moment omhoog kwam waardoor onze hoofden tegen elkaar op bonsde. 

Ik wreef pijnlijk over mijn voorhoofd. "Sorry, gaat het?" vroeg de jongen die precies hetzelfde deed. Hij stak zijn hand naar me uit en trok me overeind. Ik keek om me heen en zag dat Macy vertrokken was en nu met Tess stond te praten. Ze keek heel even mijn kant op en knipoogde. Macy's manier om me te koppelen aan de eerste de beste jongen die ik tegen kwam. Ik keek naar mijn hand en voelde een raar soort tinteling door me heen gaan.

Ik knikte. "Ja gaat wel, met jou ook?" vroeg ik en keek hem aan, maar mijn zicht op zijn ogen werd helaas geblokkeerd door zijn zonnebril. 

"Ja hoor." De situatie voelde ongemakkelijk aan. Ik wipte van de ene voet op de andere en keek om me heen. Hij daarin tegen bleef mij aan staren, het begon haast eng te worden. Ik keek weg, zoekend naar Macy, maar die was ondertussen al helemaal vertrokken.

Het gestaar begon me te irriteren. "Heb ik iets van je aan?" vroeg ik geërgerd waarbij ik mijn armen over elkaar sloeg en hem met opgetrokken wenkbrauwen aan keek. Oké, misschien was dit een iets te arrogante pose, maar dat gestaar was gewoonweg creepy.

Hij schudde snel zijn hoofd en keek de andere kant op. Zo leek het in ieder geval niet alsof hij staarde, maar met die zonnebril wist ik het niet zeker. Ik trok mijn tas goed op mijn schouder en zuchtte zacht. Fijn, kom je een jongen tegen, krijg je dit. Ik zette een stap op zij en wilde langs hem richting school gaan lopen toen de bel gegaan was. Helaas kwam ik niet erg ver, gezien ik tegen gehouden werd door een stevige greep om mijn bovenarm. Trillingen schoten door mijn lichaam, even stond ik verstijfd stil mezelf verbazen over dit verschijnsel. Ik draaide me om en met een ruk trok ik mijn arm los. Met vurige ogen keek ik de jongen aan. "Blijf van me af," siste ik, draaide me weer om en liep weg.

--

Ik wist niet precies waarom ik zo reageerde. Normaal reageerde ik vrij rustig hierop, dacht ik. Eigenlijk was het moeilijk te bepalen gezien me deze situatie nog nooit overkomen was. Ik probeerde me te concentreren op het Engelse boek voor me, maar het lukte me niet erg. Normaal hield ik van Engelse literatuur, maar dit keer kon zelfs Shakespeare me niet van mijn gedachten af houden. Ik voelde me nog steeds vreemd, alsof er iets drastisch veranderd was sinds ik die jongen had gezien, sinds hij me aangeraakt had. De bel ging en ik dwong mezelf op te staan en naar mijn volgende klas te lopen. Mijn hoofd maalde maar door.

"Thalis." Ik schrok me rot door een stem die ineens naast me verscheen. "Slecht geweten, Thal?" Hayden keek me grijnzend aan en ik gaf hem plagend een duw in zijn zij. 

"Hayden, je bent echt een klier," zei ik brommend, maar liet langzaam een beetje een glimlach op mijn gezicht verschijnen. Ik haalde mijn schouders op. "Heb alleen deze vakantie een bank beroofd, een bushokje gesloopt en veel te hard gereden door een woonwijk," zei ik quasi serieus. 

Hayden begon te lachen, iets wat hij heel snel deed. Alsof ik echt grappig was, wat ik van mezelf niet echt vond. Hij aaide over mijn hoofd, ruw en snel waardoor mijn haar alle kanten op sprong. "Ik spreek je vanmiddag wel weer, Je komt toch ook naar Lucy's Place?" vroeg hij. Lucy's Place was het cafeetje van Felicia, sinds twee jaar open en onze vaste plek om wat te drinken, het weekend te bespreken en huiswerk te maken.

Ik deed verwoede pogingen om mijn haar weer een beetje goed te krijgen en haalde mijn schouders wederom op. "Misschien wel, ik kijk even hoe ik me voel," zei ik steeds zachter en sloeg mijn armen om mijn middel om mezelf als het ware bij elkaar te houden. Een steek voelde ik in mijn borstkas en ik voelde hoe tranen zich achter mijn ogen begonnen te komen. Hier was ik bang voor, voor elke geringste gedachten die me in deze staat brachten.

Hayden daarin tegen leek er niets van te merken, hij had überhaupt nooit wat door. Jongenseigenschap of zo. "Je komt gewoon," zei hij dwingend en keek me grijnzend aan. "Ik spreek je!" Hij liep weg richting zijn groep. Het hele team bij elkaar. Schijnbaar was het de sport die ze bij elkaar bracht, ze waren broers van elkaar, zeiden ze. Hoewel er toch genoeg rivaliteit was tussen ze om de cheerleaders. Geweldig hoor, ik was blij dat ik daar niet meer bij hoorde. Ik was niet iemand die zomaar gebruik van zich liet maken door een footballer, geweldig hoor als je dat deed, maar de meeste voelde zich daardoor beter dan de rest. Hayden, hij was anders. Ergens vroeg ik me af… of hij wel echt op meisjes viel. Soms had hij van die kleine trekjes die-. Ach laat ook maar. Hayden was in ieder geval niet als de rest, hij was veel zorgzamer, dat was ook de reden waarom ik hem wel zag zitten. 

Ik schudde mijn gedachten los en liep door naar mijn volgende les, kookles. Ik vond het heerlijk om die ook in mijn vakkenpakket te hebben, gewoon als extra, als afleiding van alles serieuze vakken. Omdat ik het zo leuk vond en mijn lerares dacht dat ik serieuze potentie had om kok te worden - niet dat dat mijn droom was - mocht ik het dit jaar twee semesters volgen in plaats van één. Ik was er wel blij mee, dat wel. Naast mijn standaard vakken zat ik ook bij de redactie van het jaarboek, dit jaar voor het eerst. Vorig jaar werd ik af en toe gevraagd om een stukje te schrijven wegens mijn goede cijfers voor Engels, zeker de schrijfopdrachten. Dit jaar ben ik er maar bij gegaan. Het clubje is wel gezellig, en daarbij houd ik van schrijven.

Ik liep het lokaal van Miss Miller in en liep naar het achterste kookblok bij het raam. Dit was een les die ik niet met mijn vriendinnen had, Macy kon totaal niet koken. Twee jaar terug had ze het een semester geprobeerd, maar daar liet ze zelfs een ei aanbranden. Tess was het bèta kind, onze wiskundige onder ons. Hayden vond koken stom. Alexis en Jennifer gingen liever baby's verzorgen... Nee niemand was hier bij mij. Niet dat het verschrikkelijk was, ik kon best zelf dingen doen. 

Ik staarde uit het raam wachtend tot de les zou beginnen tot ik ineens een tas naast me hoorde neervallen en de kruk hoorde verschuiven. Ik wierp een blik naar de jongen naast me en voelde een schok door me heen gaan. De jongen zette zijn zonnebril af en keek me vriendelijk glimlachend aan. "Ik ben Julian, Julian George" zei hij en ontblootte zijn tanden waardoor waarschijnlijk de meeste meiden begonnen te gillen of flauw vielen. Ik daarin tegen bleef verstijft zitten en staarde naar de jongen waarmee ik zojuist op het schoolplein een nogal ongemakkelijke ontmoeting had. 

Ik slikte en nam zijn hand aan. "Thalis, Rivers" zei ik zo rustig mogelijk. Dit ging een geweldige les worden. 

"No way!" hoorde ik een meisjes stem schreeuwen en vervolgens schaalde een iets te enthousiaste gil door het lokaal. "Dat is, dat is," ratelde ze niet goed uit haar woorden komend. "Julian George..." haar stem ging over in een bijna verliefde zucht. Jubelend kwam ze onze kant op. "Ik ben zo'n fan van je!" ging ze verder tegen Julian. Langzaam begon er een lichtje te branden. Hij moest die acteur zijn die hier bij ons op school kwam. 

Miss Miller kwam binnen en riep de klas tot stilte. "Amanda ga naar je eigen plek en ik wil je de rest van de les niet meer horen," maakte ze duidelijk. Boos was het niet, nee Miss Miller werd niet snel kwaad, zelfs niet geïrriteerd. Ook nu stond een glimlach op haar gezicht die de hele dag niet leek te verdwijnen. Iedereen wist wat wel en niet kon tijdens haar lessen, niemand zocht die grenzen ook op. Het was een schat van een docent, iemand die je als moeder overste kon zien. Als er iets was, zij wist je wel op te vrolijken.

Ik liet mijn blik over het recept gaan en keek naar een dienblad op het aanrechtblok waar de ingrediënten op stonden. "Dus," begon ik maar het gesprek. "Jij bent hier de nieuwe beroemde student." Ik legde een snijplank en mes klaar, zette de nodige pannen al op het fornuis en pakte een kom voor het mixen. 

Hij schraapte zijn keel en schoof het A4'tje naar zich toe waarna hij deze aandachtig begon te lezen. "Ja, zoals je al hoort." Hij knikte lichtjes in Amanda's richting die af en toe giechelend zijn kant op keek. Geweldig meid, zo maak je echt een kans bij hem, dacht ik sarcastisch. Ik moest toegeven dat hij er inderdaad wel wezen mocht, maar verder maakte het me niet veel uit. Mijn eerste indruk van Julian was een verwaand joch die waarschijnlijk zijn bekendheid niet zou ontkennen en er genoeg gebruik van ging maken. Daarbij waren zijn looks ook makkelijk voor hem om alles gedaan te krijgen wat hij wilde.

Het enige wat ik nu voelde waren de starende ogen van mijn klasgenoten, iets wat ik niet heel prettig vond. Ja aandacht was altijd wel oké, maar nu ging het om de jongen naast me, en om wat wij samen deden. Ik zag Amanda nog wel naar me toe komen om alles te vragen over hem, dus hield ik me maar wat stil. Zo kon ik dat misschien voorkomen. 

"Je houdt van koken?" vroeg Julian toen ik druk bezig was met van alles en nog was en hem slechts een paar kleine dingen vroeg om te doen. Ik had altijd het idee dat iedereen me in een keuken in de weg liep, liever deed ik alles alleen. "Je kan het ook wel goed," voegde hij met een glimlach toe.

Ik knikte. "Ja koken is iets wat ik heel graag doe," zei ik en glimlachte kleintjes terug. Ik keek hem aan, hij keek terug met een grijns en knipoogde. Mijn wenkbrauwen trok ik op en ik keek hem verbaasd aan. "Sorry, ik ga niet in op jouw geflirt," zei ik koeltjes en wende me weer tot de opdracht. 

Heel even hoorde ik hem lachen, waardoor ik hem vanuit mijn ooghoeken iets aan keek. "En hoezo niet, kun je daar niet tegen?" vroeg hij. 

Ik weigerde hem aan te kijken en sneed door. Zijn gelach ging zacht door en ik irriteerde me mateloos. "Kun je misschien even ophouden?" vroeg ik nijdig. "Als je soms denkt dat ik normaal kan doen tegen zo'n verwaande kwast als jij die vanmorgen me omverliep en vervolgens zorgde voor het meest ongemakkelijk moment door me langzaam aan te raken en te staren om vervolgens binnen te komen lopen met een afgezaagde versiertruc en een arrogante houding. Sorry, nee dat is niets voor mij." Ik legde mijn mes met een klap neer op de snijplank en raakte mijn vinger daardoor iets. Ik keek aan met mijn ogen tot speetjes en mijn lippen tot een streep. Hij leek onder de indruk te wezen van mijn uitbarsting. Mooi zo. Ik het hengsel van mijn tas over mijn schouder en liep langs hem heen richting Miss Miller. 

"Ik heb mezelf net gesneden en ik voel me niet zo lekker," zei ik tegen haar op een rustige manier. Ze knikte en wenkte naar de deur waarna ze verder liep naar een tweetal dat duidelijk niets van koken snapte. 

---

"Een Cafe Late au Chcololate voor mevrouw," zei Felicia met een glimlach. Ik keek glimlachend terug en krulde mijn handen om de mok. Het was rustig bij Lucy's Place vandaag. Dat gaf Felicia de mogelijkheid om tegenover me te gaan zitten en mij mijn verhaal te laten doen. "Nou, vertel me eens over die jongen. Schijnbaar heeft hij een enorme invloed op je, gezien je je zelfs ziek gemeld hebt."

Ik zuchtte zachtjes. "Ik vind hem niet leuk," maakte ik in eerste instantie duidelijk. "Hij is gewoon een verwaand en verwend persoon en ik kan daar niet tegen." Ik haalde mijn schouders lichtjes op en nam voorzichtig een slok van de bloedhete vloeistof in mijn mok.

"Maar toch deed het je iets," hield Felicia vol. Ik rolde een beetje met mijn ogen en keek naar buiten. "Zorg trouwens dat je vanavond netjes aangekleed bent, en je broer ook. We hebben een diner bij de nieuwe buren. 

Ik knikte zachtjes. "Het was gewoon zo vreemd," mompelde ik. Op dat moment klonk het belletje boven de deur en moest Felicia haar klanten helpen. Ik dronk mijn koffie op en zei Felicia gedag waarna ik het cafe uit liep. Het gebouw lag centraal gelegen, midden in River Hills en tegenover Hills Church aan het River Central Park. Over het algemeen was het café druk bezocht, op de tijden dat ik langs kwam dus na school. Veel studenten van Rivers High maakten hier hun huiswerk spraken hier af en na hun werk kwamen de volwassenen hier ook nog hun laatste kop koffie halen. 

De klok sloeg twee en ik stapte mijn auto in, een witte Prius, de oude auto van mijn moeder. Het rook nog naar haar, haar spulletjes zaten er nog in, haar lippenstift, haar parfum, zelf haar mobieltje die ze schijnbaar vergeten was die ene avond. Als opgeborgen in het gesloten dashboard kastje. Zo had ik het altijd bij me, maar kon ik het niet kwijt raken. Rustig reed ik door de straten van ons kleine stadje naar huis, Felicia's huis. Het was rustig op de weg en mijn gedachten dwaalde langzaam een beetje weg. Naar mijn ouders, ik miste ze. Echt enorm. Mam wist altijd precies wat ze moest zeggen om me op te vrolijken, gaf me het beste advies, vertelde me wat ik moest doen en elke keer was het het juiste. 

Ik stopte voor een Victoriaans huis, op de hoek van de straat. Een huis met lichtblauw geschilderde kozijnen en de uitstekende window seats. Hoewel dit niet het huis was waarna ik op weg was, zette ik toch mijn auto aan de kant en stapte uit. Traag liep ik de straat over richting de voortuin. Het was een geluk dat er op het moment geen auto's reden, want mijn gedachten zaten heel ergens anders dan bij het verkeer en bij mijn veiligheid. Ik opende het smeedijzeren hekje die piepend open ging en liep door de voortuin. Naast het pad naar de deur groeide vele verschillende en kleurrijken bloemen, maar nu zag het slecht dor. De bladeren van de grote kastanjes verlieten de takken voor de grond in de geel bruine kleur. Het huis zag er nu al vervallen uit, hoewel het slechts een of twee maanden leeg stond. Voor de deur, gedetailleerd met bloemen gegraveerd in het hout en het glas in lood, rommelde ik in mijn tas opzoek naar de sleutel. Moeizaam kon ik het slot opendraaien en met luid gekraak ging de deur open. De hal zag somber en grijs, stof lag op de traptredens en de muren waren leeg, op de kale plekken waar foto's en schilderijen gehangen hadden na. Ik sloot de deur achter me en legde mijn sleutels op het bijzettafeltje naast de deur en hing mijn jas op aan de staande kapstok. 

Ik wreef over mijn armen en liep door naar wat ooit de woonkamer geweest was. Het meubilair stond er nog, echter bedekt door witte lakens om het te beschermen tegen stof. Ik sloot mijn ogen en probeerde het voor te stellen hoe het was toen het nog bewoond was, nog levendig. Ik draaide mijn hoofd naar het raam en wende mijn hoofd gelijk weer af. Een bord die aangaf dat het huis te koop stond deed me zeer. Dit was het huis waar ik in zou opgroeien, waar ik later in zou wonen, want dit huis was al eeuwen in het bezit van onze familie, voor zover ik van mijn familie af wist. Ik haalde mijn vinger over de schouw van de haard en trok hem terug met een dikke laag stof op mijn vingers. Het was ongelofelijk hoe verlaten een gebouw kon wezen na nog niet eens twee maanden. Het was gewoon triest eigenlijk. Het stof van mijn handen klopend liep ik de trap op, gemaakt van hout met een - schijnbaar - handgemaakte reling met krullende versieringen waar ik als klein kind stiekem doorheen keek om mijn moeder te zien zitten bij de haard met een boek terwijl mijn vader haar liefdevol aankeek zacht tokkelend op zijn gitaar. Mijn moeder neuriede meestal met hem mee. Het was een tafereel dat in mijn geheugen gegrift stond. 

De trap leidde naar de hal met een sierlijke balustrade en aan beide zijden een slaapkamer. De een van mijn ouders, de andere van mij en Nate. Het huis was niet heel groot, maar groot genoeg met ons drieën. Ik slaakte een zucht toen ik voor de slaapkamer van mij en Nate stond, met de deurknop al in mijn hand. Wat deed ik hier? Wat was het nut om hier heen te gaan? Ik moest naar huis, een douche nemen, me omkleden en me voorbereiden voor een etentje met mijn buren.

Met een zucht wilde ik omdraaien en weg gaan tot ik plots iets vallen hoorde in mijn kamer. Nieuwsgierig draaide ik langzaam mijn hoofd om en liep terug naar de deur. De deur ging geluidloos open, in tegen stelling tot de voordeur, bijna automatisch. Ik keek rond door de kamer die leeg zag op een kast en een schommelstoel na, die wonderlijk bewoog, heen en weer schommelde alsof er iets in zat. Ik kneep mijn ogen samen en liep inspecterend die kant op. Een windvlaag deed me op kijken naar het raam waar de satijnen gordijnen heen en weer wiegde in de stroom van lucht. Het verbaasde me dat er een raam openstond, gezien het huis onbewoond was en afgesloten door de gemeente, maar het verklaarde misschien wel het bewegen van de stoel en het vallen van iets, wat ik nog niet gevonden had. Ik liep richting het raam en wierp een blik naar buiten waar ik mijn auto kon zien staan en mijn oude buren hun alledaagse rondje liepen. De buurt was zeer hecht, maar dat kon ik al zeggen van het stadje zelf. De gemeenschap was verbonden door de lange historie en onder andere de kerk, die zeker een rol speelde in het samenbrengen van mensen. Vooral met bijzondere gelegenheden als kerst, begrafenissen en doopfeesten. Iedereen, echt iedereen was aanwezig. Je hoefde ook maar weinig te doen of de hele stad wist er van, ofwel het had geen zin om dingen stiekem te doen, je ouders kwamen er toch wel achter.

Ik draaide me weer om waarna mijn blik viel op iets wat op de grond lag, half onder de kast. Ik pakte het op en keerde de goede zijde naar me toe. Een gebroken glas bedekte de foto van mij en mijn moeder. Ik streek voorzichtig over haar gezicht, zodat ik geen splinters in mijn vingers zou krijgen, en legde het neer op de kast om te herken en bukken naar iets was glinsterde bij windvlagen die zorgde voor zonlicht door de gordijnen schijnen kon, dat ik vanuit mijn ooghoek kon zien liggen. Ik draaide het voorwerp een paar keer in mijn handen, de sleutel, een sleutel die ik nog nooit eerder gezien had ondanks dat het fotolijstje wel degelijk van mij was. Ik zette mijn handen op mijn knieen en kwam weer overeind, waarna ik het lijstje en de sleutel mee nam naar beneden. 

 

Comment Log in or Join Tablo to comment on this chapter...
~

You might like 's other books...